Ons icoon voor het verzamelen, onthullen en delen van verhalen en geheimen. Ontdek zijn rol en zijn geschiedenis..
De Zeeridder
Stadspaleis het Markiezenhof richt zich op de wereld van geheimen en de verhalen van Bergen op Zoom en omstreken. Het Markiezenhof is het vertrekpunt voor verhaalroutes in verbinding met andere stadsiconen, zoals de Brabantse Waterlinie. Ook het museum op de verdiepingen van het stadspaleis herbergt bij uitstek geheimen en verhalen. De Zeeridder staat hiervoor symbool.
Op de toren van het Markiezenhof staat een gouden zeeridder. Half mens, half vis. Eeuwenlang heeft de Zeeridder alles gehoord en overzien in Bergen op Zoom vanaf een van de hoogste punten van de stad. Hij is de bewaarder van de geheimen, verhalen en ontdekkingen. De metafoor voor land en zee, voor mythologie en symboliek, historie en verbeelding, een dappere strijder met een groot hart.
Het karakter van de Zeeridder krijgt letterlijk vorm. De legende van de Zeeridder is gecreëerd door Ward Warmoeskerken. Samen met kunstenaars is er een prachtig kostuum voor de Zeeridder gemaakt, met een harnas en vissenstaart geschubd met verhalen. De belevingswereld van de Zeeridder is tastbaar in het museum, te vinden in de Blauwe Zaal en het het Domein van de Zeeridder (Secretum).
Geschiedenis
In het boek Der naturen bloeme (ca. 1350), geschreven door Jacob van Maerlants, worden allerlei wezens beschreven. Het vierde hoofdstuk in dit boek gaat over watermonsters. Maerlant haalt zijn inspiratie en informatie uit het Liber de natura rerum (boek over de natuur der dingen) van Thomas van Cantimpre uit ongeveer 1245.
De zitiron of zeeridder is een wonderbaarlijk monster. Volgens de beschrijving in het Liber rerum ziet hij er aan de voorkant uit als een ridder. Met zijn in tweeën gespleten handen kan de zeeridder geduchte klappen uitdelen. Dit maakt hem tot een moeilijke prooi. Wanneer hij gevangen wordt en men probeert hem dood te slaan, doet men hem slechts met grote moeite pijn. Deze monsters komen voor in de zee rond Engeland. Verondersteld wordt dat dit een vroege beschrijving is van de waterschildpad.
Viscboeck
Tussen 1577 en 1581 schreef Adriaen Coenen, leefde van 1514 tot 1587, het zogenaamde Viscboeck. Dit boek bevindt zich nu in de Koninklijke Bibliotheek. Het Viscboeck is een verzameling van zijn kennis over de zee.
Adriaen is een goede verteller en heeft fantastische verhalen over de wondere wereld van de zee. Die kennis komt niet uit een natuurkundige opleiding, maar uit zijn eigen zwerftochten langs de zee, de vreemde bijvangsten die vissers hem laten zien en de verhalen die hij hoort van zeelui.
In 1574 geeft hij een van die boeken aan Willem van Oranje. Drie jaar later begint hij aan zijn tweede Visboek dat nu een van de topstukken van de Koninklijke Bibliotheek is.
Walvisboeck
De zeeridder was populair in de vijftiende en zestiende eeuw: bij feestelijkheden van de Bourgondische hertogen in de vijftiende eeuw maakten zeeridders deel uit van het amusement en in 1511 stond er een sneeuwen beeld van een zeeridder in de straten van Brussel. Om de een of andere reden moet de zeeridder Adriaen aangesproken hebben, want hij koos ervoor om hem zijn naam en wapen mee te geven. Toch uit hij in het Walvisboeck zijn scepsis over dergelijke wezens: “Maar ik heb nog geen mens gevonden of gezien in de hele loop van mijn leven die zelf een meerman of meermin gezien heeft.”